Strandlopers
Trans Alpine Run 2021Wij zijn in de gelukkige omstandigheden dat wij, John en Rob, onze spieren zo hebben kunnen trainen dat wij (denken) over de Alpen te kunnen rennen/lopen.
Wij hebben hiervoor maanden getraind.
Dit jaar al ruim 2.800 kilometer, 4 Ultra run en 19 Marathon's.
Wij hebben twee handicaps in deze race. Als eerste wonen wij in een vlak land, zonder bergen. Vandaar onze teamnaam, de Strandlopers. Daarnaast doen wij mee in de Senior Masters categorie omdat wij samen 110 jaar oud zijn.
Op zaterdag 4 september starten wij in Duitsland en:
- 8 dagen
- 4 landen
- 256 kilometers
- 16.000 hoogte meters later,
zijn wij dan in Italië.
Heel veel mensen en vooral kinderen kunnen dat niet. Wij willen ze graag steunen en jij kan ons helpen om ons doel te realiseren. Wij vragen jou om een donatie zodat wij gemotiveerd blijven om onze monstertocht te volbrengen. Via het weblog van deze site, Strava of FaceBook houden wij jullie op de hoogte en kan je onze tocht volgen.
Nieuws
Etappe 7 van Scuol (Zwitserland) naar Prad...
Vandaag de laatste etappe van de Trans Alpine Run. De laatste etappe over de Alpen naar Italië. Opnieuw een lange loop van 46 kilometer met ruim 2.200 hoogtemeters. Deze keer met een hele steile klim van 1.278 meter naar 2.975 meter hoogte binnen 10 kilometer. De hoogste top van deze loop. Het wekkertje ging weer om 5:30 uur en hoewel ik beter had geslapen, kwam ik brak mijn bed uit. Het eten ging voor geen meter meer. Yoghurt met muesli en banaan, ik kreeg het niet meer weg. Na een halve kom zat ik letterlijk te koren. M'n koppie thee en een kop koffie lukte nog wel maar de gebruikelijk grote boodschap ging ook niet geheel naar behoren. Het klinkt banaal maar is buitengewoon belangrijk. Maar het was tijd om te gaan, dus met de fietsen naar het station van Scuol voor de start van de laatste etappe. Zoals verteld tijdens de briefing, iedere avond ontvingen wij die digitaal, was het een lange klim. Een steile klim. Maar liep er een goed pad, daar hield ik me maar even aan vast. Het startschot klonk, de muziek die blies en wij gingen weer lopen. Al snel verdween de hele kudde door het dorp, langs de camping. Hier stonden Netty en Miranda ons weer toe te juichen. Wat een toppers zijn dat! Daarna verdwenen wij met z'n allen het bos in. Het pad was inderdaad steil maar goed te begaan. Zigzaggend gingen wij de berg op. Meter voor meter, stap voor stap, ik had Judith weer ingehaald ging het omhoog. De bomen verdwenen, het gras veranderende en op 2.500 meter hoogte bereikte wij de eerste verzorgingspost bij de "Lischanahütte". Wij waren dus nog niet op te top. Na de verzorging was het verder klimmen. Het pad bleef goed begaanbaar en stapje voor stapje kwamen we vooruit. Na ruim vier kilometer bereikte wij de top waar Martin de racedirector van Plan-B ons welkom heette. Bij elke etappe stond hij wel ergens boven op een berg, geweldig hoe ze dat doen. Ook onderweg zijn er, naast de verzorgingsposten, regelmatig juichploegen. Op bijna drieduizend meter hoogte hadden wij een geweldig uitzicht (video heb ik toegevoegd). Ongelovelijk mooi en indrukwekkend. Nu naar beneden. Eerst een technische afdaling over de morennen. Op weg naar de "Sesvennahütte" op 2.258 meter hoogte. Langzaam maar zeker was de afdaling beter te doen. Technische stukken werden afgewisseld met stukken die wij konden lopen en rennen. Nog een klim en toen waren wij bij de derde verzorgingspost. Lekker soep en brood. Ze hadden ook Tortolinno's maar dat durfde ik nog niet aan. Brood en soep ging goed. Ze hadden ook gekookte aardappel met zout en dat was ook heerlijk. Beker water er achteraan en verder. Vanaf de "Sesvennahütte", volgens John waren we dan al in Italië, gingen wij nog een keer klimmen. 400 meter over de flank van een prachtige vallei. Werkelijk een schitterend uitzicht. Jim uit Apeldoorn ging ik op de klim voorbij en zijn maat Bastiaan, kwam ik verderop tegen. Na de klim ging de tocht door een Bio-toop. Dat stond er op het bord. Koeien lagen er te herkauwen en opnieuw hoorde ik de marmotten. Deze keer had ik geluk, althans dat vind ik, want ik zag er een paar in de wei. Rechtop keken ze in het rond en naar elkaar. Ik vind dat doort momenten geweldig en heb er een foto van gemaakt. Je hoeft ze gerust niet te zoeken op de foto want in het echt zijn ze al moeilijk te zien, laat staan op de foto. Bij de vierde verzorgingspost aangekomen was het nog vijftien kilometer afdalen tot de finish. Fietspaden en onverharde wegen brachten ons langzaam maar zeker naar beneden. John had het slecht maar samen lukte het uistekend. Langs de "Adige" rivier naar beneden over het fietspad naar Merano. Bij het dorp "Glurns" hoorde wij in de verte al de ondertussen bekende koeienbellen. Jawel hoor, daar stonden onze toppers weer, Miranda en Netty! Bij een prachtige burcht stonden de dames ons weer toe te juichen. Over een overdekte houten brug staken we de rivier over en gingen wij weer verder. Met een Oostenrijks/Duits team hadden we de grootste lol. De dames zette ons op de foto bij een ruïne, waarna wij verder gingen. Door de bossen over een smal paadje ging de weg langzaam maar zeker weer de bewoonde wereld in. Tot mijn grote verwondering kwam met de beschaving ook weer de herrie. Zodra we de appelbomen zagen, hoorde we ook weer de auto's razen in de verte en zagen we een drukke vallei. Nog steeds heel veel groen maar ook fabrieken. Nog steeds de bergen maar ook motoren. De afgelopen week had ik deze geluiden niet meer gehoord en het was raar en misschien ook wel een beetje onprettig om dat weer te horen. Wat een rust hadden we ervaren. Door de bossen bEgon en de kilometers af te tellen. De laatste kilometers van deze tocht. De laatste kilometers over de Alpen. Uit het niets stonden we opeens voor de poort van Sacramento City en was de finish daar. John Hebing en Rob Oud, team Strandlopers werden omgeroepen. Het publiek klapte en was dolenthousiast. Met een sprong over de finish, opgevangen door onze trouwe supporters en een dikke medaille om onze nekken. Het zit erop. Het doel is bereikt na maanden voorbereiding. Hierbij weer een impressie van deze tocht. Geniet ervan, ik maar er niet meer :-)
Etappe 6 van Klosters naar Scuol
De langste etappe van de Trans Alpine Run. 47,1 kilometer met ruim 2.200 hoogtemeters. Laat ik heel eerlijk zijn. Ik zag er, na etappe 4, als een berg tegenop. Wij hadden weliswaar een zogenaamde rustdag gehad maar dit was echt lang en ook echt hoog 2.760 meter. 's Nachts kon ik dan ook niet in slaap komen. Ik heb deze etappe wel tien, twintig keer voorbij zien komen. Geprobeerd om hem in stukjes te hakken. Klein te krijgen en uiteindelijk diep in de nacht vond ik een klein beetje rust en viel ik in slaap. 's Ochtends om 5:30 ging het alarm af en kwam ik compleet brak uit m'n bedje. Het ging gebeuren. De weersverwachtingen waren weer goed, droog en iets minder warm dan gisteren. Na gegeten en gedronken te hebben naar het startvak, want om 7:00 uur zouden wij afgeschoten worden. John had er zin in, dat maakte gelukkig veel goed. Het is maar één lange klim en daarna nog wat kleintjes, aldus de grapjas. Hij had gelijk de eerste klim was weliswaar ruim 1.800 hoogtemeters maar wel over 20 kilometer lengte, met een steil stuk halverwege. Na "Higway to Hell" gehoord te hebben, konden wij aan de slag. De weg voerde langzaam maar zeker omhoog door een prachtige vallei. Nadat ik "Highway to Hell" uit mijn kop had gebannen, kon de wij weer lekker rennen. De eerste kilometers gingen dan ook uitstekend. Lekker lopen, een prachtige omgeving en grote bergen in de verte. Bij een grote "steenman" aangekomen een foto gemaakt met "Piz Buin" op de achtergrond. Deze berg is ruim 4.000 meter hoog. Daarna weer door. Bij "Berghaus Vereina" aangekomen was daar de eerste verzorgingspost. Ik ben langzamerhand overgeschakeld van repen en gel naar soep en brood. Dat hadden ze gelukkig ook weer bij deze verzorgingspost. De repen en gels komen letterlijk mijn strot uit en dat is niet prettig. Maar warme soep en brood met smeerkaas gaat uitstekend. Ook een eitje of komkommers met zout, gaan er lekker in. Daarnaast natuurlijk wel de banaan en, als ze het hebben, watermeloen. Na de verzorgingspost op 12 kilometer was het nog zeker 8 kilometer klimmen naar de "Fuorcla Zadrell". Het klimmen bestaat ondertussen wel uit een aantal varianten. Je hebt paden die omhooggaan, steile paden die omhooggaan maar er zijn nog een paar varianten. Zo heb je de paden met gruis en losse stenen, dat is echt lastig klimmen. Je hebt de trappen, al of niet kunstmatig. Sommige trappen zijn aangelegd maar er zijn ook natuurlijk trappen, door vee gemaakt of stenen. Daarnaast heb je dan ook nog de "rockfall" ofwel alle grote stenen waarover je moet klimmen en klauteren. Je ziet geen pad maar alleen maar stenen. Weliswaar staan er dan strepen op de stenen maar je moet je eigen weg zoeken. Dat is niet makkelijk en kost veel energie. Samen met Judith ging ik langzaam omhoog. Judith is een ic-interniste die de afgelopen anderhalf jaar keihard gewerkt heeft zoals wij allemaal weten. Tussendoor heeft ze getraind voor deze loop en met haar ging ik de berg op. Wij hadden hetzelfde tempo en dat liep makkelijk. Grote voordeel voor Judith was dat ze met deze loop géén moment over haar werk hoefde na te denken of kon denken. Daar kon ik mij wel wat bij voorstellen. Langzaam maar zeker, voetje voor voetje kwam te top dichterbij. Het landschap werd steeds rotsachtiger, de stenen steeds groter en de berg steeds kaler. Bovenop was het een compleet maanlandschap. Maar we stonden boven op de berg. De eerste klim hadden we gered. Nu was het afdalen geblazen. Ook het afdalen is lang niet altijd hetzelfde. Hier begonnen we met een hele technische afdaling. Dat klinkt heel interessant maar houdt vooral in dat je constant moet oppassen. Je kan zeker niet rennen omdat ieder stap juist moet zijn. Over de stenen, tussen de stenen door, op handen en voeten de berg af soms. Wanneer je dat niet goed doet, en dat gebeurt regelmatig, dan struikel je en kan je vallen. Afdalen tot bij "Chamanna Marangun" waar de tweede verzorgingspost was. Na de tweede verzorgingspost opnieuw klimmen. Een steil stuk omhoog maar ik merk dat het klimmen beter wordt. Of dat komt doordat ik het vaker gedaan heb of doordat ik weet dat ik niet zo'n lange klim is, allebei kan. Het is in ieder geval een prachtige klim met uitzicht over een werkelijk schitterende vallei. In de verte hoor je regelmatig de marmotten en de bellen van de koeien. Andere geluiden zijn er niet. Op de top aangekomen begon de afdaling. Dit was duidelijk meer mijn ding. Lekker lopen, af en toe stenen ontwijken, maar gewoon lekker en goed lopen naar beneden. Langzaam maar zeker wist ik dat ik ook deze etappe zou halen. De angst gleed van mijn af, de ontspanning was daar en die laatste vijftien kilometer zou gaan lukken. Door een prachtige vallei ging de wedstrijd naar beneden. Af en toe een klein klimmetje, tussen de bomen door, over de wortelpaden, door de wei, ik zag de kilometers aftellen. De afdaling naar Scuol was lang en steil, de bovenbenen klopte letterlijk van de inspanning maar ik ging het halen. 47 kilometers na de start bereikte ik de finish in Scuol ruim binnen de tijd die ervoor stond. We hadden namelijk 12 uur de tijd voor deze etappe en op 10 uur stopte wij de klokken. John en ik waren blij dat wij er waren. Nog één etappe te gaan. Ja, nog één, want we mochten van de Italiaanse autoriteiten de laatste etappe niet meer lopen vanwege Corona. De laatste etappe zou ons naar Italië brengen en naar Prat am Stilfserjoch. De finish zou alleen niet meer in het dorp zijn maar in "Sacramento City", een country evenementen terrein buiten het dorp. Morgen onze laatste etappe van 46 kilometer. Hierbij de impressie van deze tocht, de film met de foto's. Geniet ervan.